Bij een spaarloonregeling spaart uw werknemer een bepaald deel van zijn brutoloon (maximaal € 613 per jaar), waarover hij dan geen belasting hoeft te betalen. Vanaf 2012 is dat niet meer mogelijk.

Bij de spaarloonregeling moet u als werkgever 25% eindheffing betalen over het spaarloon. Over het spaarloon hoeft u geen premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te betalen.

Wat zijn de voorwaarden voor de spaarloonregeling?

Voor de spaarloonregeling gelden de volgende algemene voorwaarden:

  • de regeling moet uiteraard schriftelijk zijn vastgelegd;
  • minimaal 75% van uw personeel moet aan de spaarloonregeling kunnen meedoen;
  • de ingehouden spaargelden moeten op een door u of een financiële instelling geblokkeerde bankrekening worden beheerd;
  • het spaargeld moet worden gestort op een geblokkeerde spaarrekening;
  • pas na verloop van vier jaar is spaargeld vrij beschikbaar. In sommige gevallen is het wel mogelijk om tussentijds bedragen van de geblokkeerde rekening op te nemen (denk hierbij aan geld dat bijvoorbeeld gebruikt wordt voor de aankoop van een eigen woning, aflossing hypotheek of start van eigen onderneming).

Wat gaat er veranderen?

Minister De Jager en staatssecretaris Weekers van Financiën hebben in een brief aan de Tweede Kamer bekendgemaakt dat het voor werknemers niet meer mogelijk is om met ingang van 1 januari 2012 in te leggen in de spaarloonregeling. Het vervroegd eindigen van de spaarloonregeling zorgt voor een besparing, die gebruikt gaat worden om de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting te financieren.

Let op
Hebben uw werknemers in eerdere jaren al geld gespaard? Het opgebouwde vermogen blijft – net als nu – gedurende vier jaar geblokkeerd. Voor werknemers die in 2011 voor het eerst zouden willen deelnemen aan de spaarloonregeling, levert het nauwelijks voordeel meer op. Zij kunnen nog maximaal € 613 inleggen, wat vervolgens pas na vier jaar vrij beschikbaar is.