De verlaging van de pensioenopbouw vanaf 2015 en de maximering van het pensioengevend inkomen zijn een feit. De Eerste Kamer heeft gisteren, 27 mei 2014, ingestemd met de door het kabinet beoogde fiscale hervorming van de pensioenopbouw.

Noodzakelijke hervorming

Door de alsmaar stijgende levensverwachting en de stapsgewijze verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd is het huidige pensioenstelsel niet langer houdbaar. Hervorming van de pensioenopbouw was dan ook volgens het kabinet noodzakelijk. Nadat begin maart van dit jaar de Tweede Kamer al akkoord ging met de fiscale hervormingsplannen heeft de Eerste Kamer nu ook ingestemd. Dat betekent dat vanaf 2015 onder andere de pensioenopbouwpercentages verder omlaag gaan en het loon waarover pensioen kan worden opgebouwd wordt beperkt.

Verlaging opbouwpercentages

Met ingang van 2015 geldt voor een pensioen op basis van het middelloon een opbouwpercentage van 1,875% (2014: 2,15%). Dat betekent dat iemand in 40 jaar werken een pensioen kan opbouwen van 75% van het gemiddelde inkomen. Het maximale opbouwpercentage voor eindloonregelingen bedraagt vanaf 2015 1,657% (2014: 1,9%) per dienstjaar. Ook voor beschikbarepremieregelingen geldt straks een soortgelijke aanpassing.

Tip:
Nu de pensioenopbouw omlaag gaat, zullen naar alle waarschijnlijkheid volgend jaar ook de te betalen pensioenpremies dalen. Dat resulteert voor werknemers dan in een hoger nettoloon.

Maximumopbouw en nettolijfrente

Het loon waarover iemand pensioen kan opbouwen wordt vanaf 2015 beperkt tot € 100.000. Dit heet de aftoppingsgrens. Wie meer verdient kan vanaf 2015 voor het deel boven de aftoppingsgrens met een nettolijfrente bijsparen voor extra inkomen voor de oude dag. Zo is het mogelijk voor hogere inkomens om toch een oudedagsvoorziening op te bouwen die ongeveer overeenkomt met een jaarlijkse brutopensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende arbeidsinkomen.

Let op!
De premies voor de nettolijfrente zijn niet aftrekbaar in box 1. De opgebouwde aanspraak is vrijgesteld in box 3. De uitkeringen uit de nettolijfrente zijn onbelast. Momenteel vindt nog overleg plaats tussen het kabinet en het pensioenveld over de voorwaarden waaronder straks ook pensioenfondsen de nettolijfrente kunnen gaan aanbieden.